Naar hoofdinhoud Naar footer

‘Wedde dat ’t lukt’ – Dorpsondersteuner ontlast verpleegzorg

Gepubliceerd op: 14-06-2022

Laatst bijgewerkt op: 25-05-2023

De werkkamer van Marian Beltman in het dorpshuis van Wedde (nabij Stadskanaal in de gemeente Westerwolde) hangt vol met onderscheidingen en prijzen voor ‘Wedde dat ’t lukt’. Zo heet de stichting die in dit dorp via de dorpsondersteuner inwoners minder afhankelijk maakt van zorg. Al sinds 2015 werken ze in Wedde met een dorpsondersteuner. Marian Beltman is hier sinds 2019 dorpsondersteuner. 65-plussers zijn royaal in de meerderheid in deze vergrijzende gemeenschap. Marian: ‘Door de dorpsondersteuner kunnen mensen langer zelfstandig in hun dorp blijven wonen. Dat komt vooral doordat we een netwerk hebben gebouwd om mensen die zelf zo’n netwerk niet hebben.’

Om ouderen zo lang als mogelijk thuis te laten blijven wonen, zoeken zorgorganisaties en gemeenten samen naar mogelijkheden. Het versterken van het netwerk van de zorgvrager staat daarbij voorop. Daardoor kan verpleeghuiszorg worden uitgesteld en wellicht voorkomen. De dorpsondersteuner is als alternatief een nog weinig bekend instrument. In Wedde is Marian Beltman een vanuit de Wmo betaalde dorpsondersteuner. Zij is de aanjager van sterkere netwerken in de lokale gemeenschap en stuurt in het dorp een grote groep vrijwilligers aan die hulpbehoevende dorpsbewoners bijstaan.

Aanpak dorpsondersteuners

Marian Beltman over de formule: ‘De kracht is dat de dorpsondersteuner van onderaf werkt. Ik ben geen verlengstuk van de reguliere zorg. De aanpak is geworteld in de dorpsgemeenschap. Op het niveau van de bewoners worden vraag en aanbod geregeld. Dat je elkaar kent, is essentieel. Als mensen elkaar kennen, gaan ze elkaar helpen.’ De stichting werkt zo laagdrempelig mogelijk. Er is één 06-nummer en dat wordt – op heel enkele uitzondering na – altijd opgenomen door de dorpsondersteuner. ‘Ik ben het kaartje op het prikbord.’

‘Mensen voelen zich minder kwetsbaar door de dorpsondersteuner.’

Marian Beltman

De dorpsondersteuner brengt dorpsbewoners dus met elkaar in contact. ‘Vaak ga ik zonder afspraak langs. Kijken of alles nog goed gaat als ik iemand een tijdje niet heb gezien. Mensen voelen zich minder kwetsbaar door de dorpsondersteuner. Van belang is dat wat de dorpondersteuner doet, moet passen in de lokale cultuur, de voorzieningen en in de manier waarop in een gemeenschap al hulp en zorg wordt geregeld. Als het niet past, gaat het schuren en mislukt het.’

Continuïteit en erkenning

Huisarts Hans Berg in Wedde kwam een paar jaar geleden met het idee naar aanleiding van een voorbeeld in Elsendorp in Brabant. Hij kreeg in zijn praktijk steeds meer mensen met vragen die niet direct met medische zorg te maken hebben. Samen met Harm Stubbe van de dorpsraad is toen de stichting ‘Wedde dat ‘t lukt’ opgezet. Vrijwel meteen zag de gemeente de meerwaarde en bood aan de dorpsondersteuner een salaris te geven. Marian: ‘Terecht, want met een betaalde kracht heb je continuïteit en het is ook een erkenning van de betekenis van dit werk.’

Marian werkt nu voor Wedde en voor de kleinere aangrenzende gebieden Wedderveer, Veelerveen en Vriescheloo, in totaal zo’n 3.000 inwoners.

‘Zonder Marian had ik hier niet meer gezeten’

Jan van Wijk (77) is alleen. Hij mist z’n vrouw die ruim een jaar terug overleed. Hij verwaarloosde zichzelf. Ook lukte het na het overlijden van z’n vrouw niet meer om zelf z’n eigen bankzaken te regelen. Dorpsondersteuner Marian Beltman greep in. Ze ging vaak op de koffie en maakte voor meneer Van wijk met succes afspraken met de bank. Ook zorgde Marian ervoor dat zijn schoonzus elke dag kookte, zodat ze samen kunnen eten.

De dorpsondersteuner regelde ook dat meneer van Wijk  twee dagen in de week naar de dagopvang kan. ‘Het is er fijn. Ik kan er mijn puzzels maken en er is niemand die mij commandeert.’ Jan schiet vol als hem wordt gevraagd wat de inzet van de dorpsondersteuner hem heeft betekend. ‘Zonder Marian had ik hier niet meer gezeten.’

Team van vrijwilligers

Voor de praktische uitvoering van de hulpvragen kan Marian een legertje van 110 dorpsvrijwilligers inzetten. Van tuinonderhoud tot formulieren invullen en van huisbezoek tot samen koken. ‘Waar de één een probleem heeft, kan de buurman van twee huizen verder wellicht helpen.’

Verder heeft de dorpsondersteuner warme contacten met de Wmo-ambtenaren van de gemeente, zorgt ze dat dementerenden vanuit de thuiszorgorganisatie regelmatig bezoek krijgen en regelt ze vervoer naar het ziekenhuis. ‘Het gaat vooral allemaal vlug en geruisloos zonder omvangrijk administratief apparaat.’

Onderzoek effect dorpsondersteuner

In 2020 is voor drie Groningse dorpsgemeenschappen (waaronder Wedde) in kaart gebracht wat de effecten zijn van de dorpsondersteuner en hoe zo’n ondersteuning het beste werkt. Het onderzoek ‘Evaluatie van de dorpsondersteuner’ (zie downloads) is een white paper van Aletta Jacobs School of Public Health, een samenwerking van de Rijksuniversiteit Groningen, het UMCG en Hanzehogeschool Groningen.

Conclusie in het rapport: ‘De maatschappelijke en economische baten van de dorpsondersteuner zijn zeer waarschijnlijk groter dan de maatschappelijke en economische kosten. Het heeft in ieder geval de kosten van de huisartsenzorg verlaagd en mensen doen minder snel een beroep op de Wmo. De vroegtijdige inzet van vrijwilligers kan hogere kosten op langere termijn voorkomen.’

‘Door de dorpsondersteuner belanden minder mensen in noodsituaties.’

Hans Berg, huisarts in Wedde

Ontlasten verpleeghuiszorg

In het evaluatierapport is aannemelijk gemaakt dat de dorpsondersteuner de huisarts ontlast. Maar hoe zit dat met ouderenzorgorganisaties en dan met name de verpleeghuiszorg? Marian Beltman: ‘Door de dorpsondersteuner kunnen mensen langer zelfstandig in hun dorp blijven wonen. Dat komt vooral doordat we een netwerk hebben gebouwd om mensen die zelf zo’n netwerk niet hebben. Ook de goede inzet van thuiszorg helpt mee. Ik ga sinds kort regelmatig op bezoek bij een mevrouw met een verpleeghuisindicatie. Ze was al opgenomen, maar wilde weer weg. Nu helpen de familie, Buurtzorg en ik haar thuis. Mevrouw is blij dat ze weer terug is in haar oude buurt.’

‘Een gevoel van geborgenheid’

Eppo Hoek (86) woont sinds het overlijden eind vorig jaar van zijn vrouw alleen. Het alleen zijn vreet aan hem. Maar er is veel aanloop in zijn huis in Wedde. ‘Een paar vrijwilligers die hier klussen doen, zijn vrienden geworden.’ Meneer Hoek mag graag aquarelleren. Een andere vrijwilliger in de straat die z’n heg bijhoudt, heeft ook een paar keer met hem geschilderd. ‘En met de overburen leg ik graag een kaartje. Het geeft allemaal een gevoel van geborgenheid’, zegt hij. Wat heeft de dorpsondersteuner bij dit alles kunnen doen? ‘Nogal wiedes. Zij is de stille motor achter dit alles geweest.’

Inzet dorpsondersteuners opschalen

Omliggende zorginstellingen zijn voorzichtig, maar zien de aanpak van Wedde wel degelijk als zinvol. Wijkverpleegkundige Ellen Rubingh die vanuit woonzorgcentrum Bolderbörg (onderdeel van Meander) in Vlagtwedde werkt, zegt: ‘Ik kan het nog niet echt hard maken. We werken als Meander nog maar kort in dit gebied. Maar ik krijg signalen dat de aanpak van Wedde de reguliere wijkzorg ontlast.’

Herma Fridrichs is in Blijham (zeven kilometer van Wedde) directeur-bestuurder van De Blanckenborg een woonzorgcentrum dat ook verpleeghuiszorg biedt. Over het initiatief in Wedde zegt ze: ‘Ze hebben een goed verhaal en inderdaad kunnen we op deze manier ook de verpleeghuiszorg ontlasten. Er is alleen nog wel iets extra’s nodig. Tot nu toe blijft het initiatief vooral in Wedde hangen. Stichting ‘Wedde dat ’t lukt’ zou op moeten schalen, dan gaan omliggende verpleeghuizen het ook merken. Dat dit nu nog niet gebeurt, ligt misschien ook een beetje aan ons. Wij hebben op onze beurt nog geen contact gezocht met ‘Wedde dat ’t lukt.’ Maar we hebben wel in ons strategisch beleid voor de komende twee jaar genoteerd dat we dit soort initiatieven graag regionaal en provinciaal willen uitrollen. Want met meer verpleeghuizen bouwen komen we er niet.’

Marian Beltman onderstreept op haar beurt dat samenwerken met organisaties als De Blanckenborg prima is, maar dat het dorpsondersteunende karakter alleen kans van slagen maakt als de gemeenschap het voor het zeggen heeft. ‘Het gaat om verbondenheid om denken aan elkaar en om het inzetten van buurtbewoners die bekend en vertrouwd zijn in de gemeenschap. Als dat centraal blijft staan, kunnen verpleeghuiszorg en de op welzijn gerichte lokale gemeenschappen elkaar versterken.’

Meer weten

Downloads