Jongeren tussen de ouderen in Tuindorp-Oost: ‘Ga in gesprek met ouderen, luister naar ze’
Gepubliceerd op: 10-04-2019
Laatst bijgewerkt op: 07-08-2019
Marit de Jong, Martijn Baart en Wouter Smink woonden twee jaar tussen ouderen in Tuindorp-Oost , een Utrechts verzorgingshuis van Careyn. Voor beide partijen een verrijkende ervaring, stellen ze. Op basis van hun ervaringen in dit verzorgingstehuis vinden ze dat de stem van ouderen het verdient om meer gehoord te worden dan nu gebeurt.
‘O kijk eens wat een mooi gezelschap, o dat komt best goed hier’, zegt de bewoner van Tuindorp-Oost die met een andere bewoner staat te kijken hoe een aantal jongeren inboedel aan het inhuizen zijn. De 2Doc documentaire ‘Een nieuwe morgen’ brengt prachtig in beeld hoe de jongeren die in Tuindorp-Oost komen wonen, wennen aan hun oudere huisgenoten en omgekeerd en hoezeer ze een band opbouwen met elkaar. De jongeren trekken met de ouderen op, doen kleine klusjes voor ze, gaan met ze wandelen, naar het tuincentrum of naar de botanische tuinen in Utrecht. En de ouderen vertellen verhalen uit de lange levens die ze achter de rug hebben.
Op zoek naar de interactie
Drie van deze mensen zijn Marit de Jong, Martijn Baart en Wouter Smink. Marit, na een master geneeskunde nu aan het promoveren, woonde in een project waarin maatschappelijk vastgoed en kantoren geschikt waren gemaakt voor kamerbewoning. ‘Ik wist dat de contractduur op de plek waar ik woonde ten einde liep en zag twee interessante alternatieven. Het ene was Saffier, waar oud en jong wel in hetzelfde pand wonen maar gescheiden van elkaar. Het andere was Tuindorp-Oost, waar het de bedoeling was dat ze echt tussen elkaar zouden komen te wonen. Dat sprak me het meest aan. Ik wilde juist de interactie aangaan met de oudere bewoners en dat beschreef ik dus ook in de motivatiebrief die we moesten schrijven als basis voor de selectie.’
Martijn, eerst docent natuurkunde en nu werkzaam in de ICT, woonde in een woongroep maar had behoefte aan een eigen plek. Tuindorp-Oost leek hem aantrekkelijk, niet in de laatste plaats omdat zijn opa er woonde. Hij ging naar een introductieavond, sprak daar bewoners en zorgverleners en werd meteen enthousiast. ‘Je proefde de energie’, zegt hij. ‘Jongeren kozen hier heel bewust voor.’
Wouter, promovendus aan Universiteit Twente, woonde met zijn vriendin in hetzelfde studentenhuis als Marit. Ook hij bezocht een introductieavond. ‘Het voelde een beetje als een keuring: kan zo’n jongere in zo’n project wonen’, zegt hij. ‘Zelf had ik altijd al iets met ouderen. Ik luisterde van jongs af aan al graag naar de verhalen van mijn opa en oma en ging ook bij hun buren op bezoek.’
Gelukspoppetjes
Ze kwamen alle drie door de selectie en konden dus intrekken. Ze zouden samen met de ouderen wonen, maar wel tijdelijk, dat wisten ze. Dat er ruimte kwam voor de jongeren was het gevolg van de opnamestop die in 2013 was ingesteld. Zodra de ouderen zouden verhuizen naar de nieuwbouw, zouden de jongeren er weer uit moeten, om plaats te maken voor de ander deel van de nieuwbouw. De einddatum werd steeds uitgesteld.
Daar zaten ze dan. Marit met aan de ene kant naast zich een vrouw die al aan het dementeren was en met wie contact daardoor niet eenvoudig was, en aan de andere kant een vrouw die voor iedereen gelukspoppetjes maakte. Martijn en Wouter kwamen terecht op dezelfde verdieping. De ene buurvrouw van Martijn overleed na een paar maanden, met de andere bouwde hij een mooi contact op. ‘Niets verplicht’, zegt hij, ‘heel ongedwongen.’ In ‘Een nieuwe morgen’ is te zien hoe hij een klusje voor haar doet en als beloning een stukje chocolade mag pakken. Ook Wouter leerde haar kennen. ‘Ze was van een categorie lief die je niet vaak meemaakt’, zegt hij. ‘Toen mijn vriendin op vakantie was gaf ze me een kookboek omdat ze dacht dat het uit was.’
Levenslessen
Na een jaar overleed de vrouw van de chocolaatjes. ‘Doorgaans overlijden je buren niet’, zegt Wouter. Het raakte hem. ‘Het doet iets met je vorming als dat gebeurt. Zelf ben je jong en zit je vol plannen en dan word je van heel dichtbij geconfronteerd met mensen die alles al achter de rug hebben. Je maakt voor het eerst mee dat mensen hulpbehoevend zijn. Toen mijn buurvrouw haar sleutel kwijt was dacht ik: ze is veel te slecht ter been om haar mee mijn kamer in te nemen. Weet je wat, ik pak een stoel zodat ze voor haar eigen deur kan gaan zitten totdat de huismeester er is.’ Martijn vult aan: ‘Je gaat met mensen meedenken.’ Dat niet alleen vindt Marit. ‘Je hoort ook zoveel levenslessen’, zegt ze. ‘Een vrouw die voor de watersnoodramp moest vluchten met een baby op haar arm. Een vrouw die in het verzet heeft gezeten.’ Voor Martijn verdiepte het contact met zijn opa. ‘Ik ben redelijk handig en hielp hem graag met klusjes’, zegt hij. ‘Op een gegeven moment krijgen andere mensen dat door en zo doe je steeds meer contacten op. Vaak maar klein, maar twee deuren verderop woonde een vrouw met wie ik ook lange gesprekken voerde.’
Ook de vrienden van de drie viel op wat een bijzondere woonlocatie Tuindorp-Oost was geworden. ‘Je stapte echt een community in als je er binnenkwam’, vertelt Wouter. ‘Een vriend vertelde me dat hij nog nooit zo lang had gedaan over de wandeling van de voordeur naar mijn kamer. In een normale flat gebeurt dat nooit.’
Écht contact maken
Alle drie zijn ze veranderd door hun periode in Tuindorp-Oost. ‘Het heeft me rust gegeven’, zegt Wouter. ‘Je kunt niet snel zijn bij deze mensen. En door de gesprekken die ik met ze heb gevoerd voel ik me nu soms een beetje een snotneus. Je krijgt de levenservaring van oude mensen mee.’ Marit: ‘Het heeft me bewust gemaakt van het feit dat ik altijd hectisch en chaotisch leefde. Het liet me zien dat ik ook écht contact kon maken met mensen. En het heeft me laten zien dat je zelf een rol kunt spelen in hoe je oud wordt. Maar ik heb ook heftige momenten meegemaakt. Iemand die hulpeloos op de grond ligt en zegt: “Wil je alsjeblieft bij me blijven want zo meteen vallen de bommen”. Dan komt oud zijn echt veel dichterbij dan wanneer je het als arts meemaakt in een ziekenhuissetting. Gelukkig hadden we voorlichting gehad van een specialist ouderengeneeskunde en van een ouderenpsycholoog over hoe je het best om kunt gaan met dementie. Je snapt op zo’n moment ook waarom de overheid zoveel aandacht heeft voor dementie en valpreventie.’
‘Mijn opa sprak nooit over de Tweede Wereldoorlog, maar aan het einde van zijn leven begon hij er ineens over te vertellen. Dan besef je wat er met mensen kan gebeuren in die fase van hun leven. Maar ik heb ook gezien hoe optimistisch je kunt staan in het oud worden. En hoe creatief je ermee om kunt gaan. Luisterboeken kopen als lezen niet meer lukt bijvoorbeeld. Toen ik het eerste boek van Hendrik Groen had gelezen, dacht ik dat het nep was. Maar het is echt naar het leven geschetst.’
Onrust in Tuindorp-Oost
De afloop van het project liep anders. De drie waren verbaasd toen ze hoorden dat een informatieavond werd georganiseerd voor de ouderen waarbij de jonge bewoners niet welkom waren. ‘De ouderen was beloofd dat ze maar één keer hoefden te verhuizen’, vertelt Marit, ‘op het moment dat de nieuwbouw af was. Maar tijdens die informatieavond ging het ineens over interne migratie en concentratie. De bewoners kregen te horen dat ze op korte termijn moesten verhuizen naar de tegen de hoogbouw aangelegen laagbouw. De jongeren moesten weg. Het nieuws zorgde voor paniek. Eens temeer omdat de medewerkers nog niet waren ingelicht en dus vragen kregen van de bewoners die ze niet konden beantwoorden. Het pand bleek verkocht te zijn aan een projectontwikkelaar, die de hoogbouw zo snel mogelijk wilde strippen. De laagbouw had te weinig ruimte, zodat tien bewoners naar een verpleeghuis moesten verhuizen. De cliëntenraad was niet geïnformeerd en de bewoners kregen geen inspraak. Waar de documentaire ‘Een nieuwe morgen’ het vrolijke begin laat zien, toont de Zembla aflevering ‘Oude bomen moet je niet verplanten’ de chaos van de laatste maanden van Tuindorp-Oost. Het verschil tussen Zembla en ‘Een nieuwe morgen’ is groot, de ouderen blijven – na het vertrek van de jongeren –verward, verdrietig en alleen achter.’
Geef ouderen hun stem terug
Wouter: ‘Dat wij als jongeren weg moesten vonden we op zich niet zo erg. We wisten dat dit zou gebeuren. Maar we zagen wat het met de ouderen deed.’ Martijn: ‘We zagen dat de beslissing over hun hoofden werd genomen, ze hadden geen stem. Daarom hebben we als protest Tegen De Onverschilligheid opgezet, om ouderen hun stem terug te geven. Voor de bewoners van Tuindorp-Oost hebben we daarmee het proces niet meer kunnen keren, maar we zagen dat deze gang van zaken niet uniek was en schreven daarom het manifest Geef ouderen hun stem terug. Door wisselingen in bestuur en inzet van interimmanagers zien we te vaak gebeuren dat plannen worden uitgevoerd door mensen die niet de achtergrond kennen waartegen plannen zijn gemaakt.’ Wouter: ‘Geef ouderen hun stem terug, dat is onze enige boodschap met ons manifest. Ga met ze in gesprek, luister naar ze.’
Minister Hugo de Jonge heeft inmiddels laten weten het manifest te onderschrijven en de beweging die de drie ermee op gang willen brengen te erkennen. Een onderdeel van het manifest is ook de oproep om ouderen en jongeren bij elkaar te laten wonen. Marit: ‘We kijken dan ook met grote belangstelling naar de stimuleringsregelingen voor wonen en zorg. Iedere regeling die ruimte biedt om oud en jong samen te laten wonen, kan rekenen op onze steun. Ze zijn in de loop der jaren uit elkaar getrokken en dat is echt heel jammer. We hebben zoveel van elkaar geleerd in de tijd die we samen hebben kunnen doorbrengen. Het heeft echt tot blijvende vriendschappen geleid, we zien deze mensen nog steeds.’
Meer weten
- In Humanitas te Deventer wonen er 6 woonstudenten tussen de oudere bewoners in. De woonstudenten zijn medeverantwoordelijk voor een goed woonklimaat en zijn vrij om te gaan en staan waar ze willen. Ze zorgen ervoor dat zij minimaal 30 uur per maand een ‘goede buur’ zijn voor de bewoners. Over de Woonstudenten is (wereldwijd) veel geschreven en er zijn ook veel filmpjes gemaakt. Lees en bekijk meer over het concept van Humanitas.
- Lees ook over: woonstudenten in de Posten in Enschede