Samen met familie, naasten en vrijwilligers de zorg vormgeven
Gepubliceerd op: 04-02-2025
Hoe zien wij de zorg van de toekomst? Dat bespraken zorgteam, behandelaren, naasten en vrijwilligers van de afdeling Albatros van Pieter van Foreest in januari 2024. De samenwerking met familie, naasten en de vrijwilligers was een belangrijk onderdeel van deze ‘visiesessies’. Het resultaat was de pilot ‘Van zorg naar het gewone leven’ op een afdeling voor bewoners met dementie. Kwaliteitsverpleegkundige Lisanne Vis-van Dam is betrokken bij deze pilot op haar afdeling.
Wat was een eye-opener?
'De visiegesprekken gaven goed weer hoe medewerkers en familie tegen de zorg van de toekomst aankeken. Wat vonden zij belangrijk? Het waren echt gesprekken van hen zelf, het managementteam had een toehoordersrol. Deelnemers bespraken onder meer wat ze anders zouden moeten doen in de zorg en hoe de samenwerking met mantelzorgers beter vormgegeven kon worden.'
'Een mooi inzicht dat naar voren kwam: naasten wilden wel een grotere rol spelen, maar wisten niet goed hoe en of dat wel mocht. Andersom durfden medewerkers geen hulp van hen te vragen omdat ze ervan uitgingen dat familieleden te druk en overbelast waren. Ook worstelden medewerkers met de vraag wat ze wel en niet konden overlaten aan mantelzorgers en vrijwilligers. Nu zien we dat naasten vaker niet alleen voor hun eigen familieleden komen, maar ook iets betekenen voor de andere bewoners. Want ze weten dat het mag.'
Welke visie kwam er uit de gesprekken?
'Een medewerker vatte de visie samen in "Van zorg naar het gewone leven". Onder die naam gaat de pilot verder, onder andere in verschillende werkgroepen. Ook familie wordt hiervoor uitgenodigd, hun deelname wisselt per onderwerp en ook indirect zijn ze bij onderwerpen betrokken. Ze worden op de hoogte gehouden via naasten die wel aanwezig zijn en via nieuwsbrieven. De werkgroepen gaan in op allerlei thema’s, variërend van werkkleding en tot rapporteren tot de samenwerking met mantelzorgers en vrijwilligers.'
Hoe brengen jullie de visie in de praktijk? Heb je daarvan al een voorbeeld?
'Samenwerking met naasten vinden veel medewerkers cruciaal: zij kennen de bewoner immers het allerbest. Medewerkers spraken af zich nog meer te gaan inzetten voor huisbezoeken voordat iemand bij ons komt wonen. Op die manier leren we de thuissituatie van de nieuwe bewoner kennen en krijgen we belangrijke informatie van de naasten. Tegelijkertijd leren we hen alvast kennen. Zo maken we een begin met het opbouwen van een relatie.'
Jullie hebben alle werkzaamheden in kaart gebracht. Waarom en hoe?
'Juist met het oog op de samenwerking met de naasten en vrijwilligers hebben we inderdaad álle werkzaamheden in kaart gebracht en gecodeerd. Dus naast verpleegkundige handelingen ook iemand naar het toilet begeleiden, een spelletje doen met bewoners en de vaatwasser inpakken.'
'De codes liepen uiteen van “specialistisch, scholing vereist” en “na instructie ook uitvoerbaar door iemand zonder zorgopleiding” tot “zonder instructie door iedereen te doen”. Medewerkers zagen aan de hand van de lijst dat er veel werkzaamheden waren waarvoor je geen zorgopleiding nodig hebt. Werk dat ook kan worden overgelaten aan vrijwilligers, familie of anders geschoolden.'
Hoe zet je deze in op weg naar het team van de toekomst?
'We gebruiken hem om mantelzorgers, familie en vrijwilligers te benaderen voor hulp. In navolging van een andere locatie willen we een website maken met werkzaamheden en vacatures waarop het sociale netwerk kan reageren. We melden daar op welke punten we ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld bij de lunch of op een beautymiddag. De website wordt niet alleen voor vrijwilligers maar ook voor naasten. Hij is laagdrempelig, je kunt hem zonder account gebruiken en er is ook een mogelijkheid je af te melden voor een activiteit.'
'Ook kunnen we de lijst met algemene werkzaamheden benutten bij een “dagstart” met de informele zorgverleners om een uur of tien ’s morgens. Zo’n moment voeren we binnenkort in. Naasten of vrijwilligers kunnen dan kiezen of ze bijvoorbeeld koffie willen inschenken, de was wegruimen of een wandeling maken. Zo verlaag je de drempel over en weer en maak je de gevraagde ondersteuning heel concreet.'
Hoe ziet jullie samenwerking er verder uit?
'Als organisatie proberen we vanaf het eerste gesprek bewust een relatie met de naasten op te bouwen, het liefst al vanaf het huisbezoek. Tijdens de intake is het niet voor iedere medewerker gemakkelijk direct te vragen naar wat een mantelzorger zelf nog zou willen blijven doen in de zorg en ondersteuning. Ook omdat mantelzorgers op dat moment vaak oververmoeid zijn, willen we dan in elk geval meegeven “weet dat het mag”. Na kennismaking spreken we meteen een volgend contactmoment af.'
'Dan vragen we hoe het nu met hen gaat en of ze inmiddels misschien ruimte voelen om iets te betekenen. Belangrijk is dat we laten merken dat wij er ook voor hén zijn. Tegen die achtergrond implementeert Pieter van Foreest het COUP-model en het SOFA-model. Ook hebben we een programmamanager Informele Zorg en Ondersteuning, die het landelijk beleid vertaalt naar de medewerkers. Dat kan ook voor een volgende stap zorgen.'
Heb je nog een tip voor andere organisaties?
'Betrek medewerkers bij alles wat je doet op dit onderwerp, vanaf het formuleren van de visie. Zo wordt die ook letterlijk van hen en zien zij er hun intrinsieke motivatie in terug. En door ook naasten vanaf het begin te betrekken, krijg je waardevolle inzichten. Voor zowel medewerkers als naasten geldt: praat niet over hen, maar mét hen.'